In verschillende kruidenmelanges is kurkuma een essentieel onderdeel, waaronder kerriepoeder en Ras el Hanout, maar ook in een gerecht als harira (een traditionele Marokkaanse soep) is kurkuma een standaard ingrediënt. In de Indiase keuken wordt kurkuma veelal gebruikt om gerechten zoeter te maken, bijvoorbeeld in chutneys. Daarnaast vind je kurkuma in piccalilly, mosterd, in sauzen en curry’s, kun je er vlees en groenten mee kruiden, en kun je er je gerecht wat kleur meegeven. Bovendien zorgt kurkuma ervoor dat smaken worden verbonden zodat er een mooie smaakbalans ontstaat tussen de aanwezige specerijen in gerechten.

Kurkuma heeft duidelijke aroma’s van hout en droge aarde, dankzij de mild geurende terpenen, turmeron en zingibereen die zorgen voor lichtbittere en pikante nuances. Deze bitterheid, die met name bepaald wordt door de frisse maar doordringende toon van cineol, is in milde mate ook herkenbaar in de smaak. De aanwezigheid van turmeron en curcumeen zorgt voor een tegenhanger met een warme en houtige smaak.

Achtergrond
Voor de lekkerste kurkuma, ook wel Indiase geelwortel genoemd, vliegen we naar India. Kurkuma is de knolachtige wortelstok van de tropische plant Curcuma longa, familie van de gemberwortel. In India is het klimaat en de grond erg vruchtbaar, vochtig en zuiver wat de groei en kwaliteit van de Curcuma longa stimuleert. De plant wordt tussen de 60 tot 100 centimeter hoog waarbij de vruchten 2,5 tot 7 centimeter lang en 2,5 centimeter breed zijn met een geelbruine buitenkant en een doforanje binnenkant. Om de wortelstokken gebruiksklaar te maken, worden ze direct na het oogsten door de boeren 15 min gekookt in water, waardoor de gele kleur van de kern van kurkuma zich verspreid over de hele wortel. Vervolgens worden ze gedroogd in de zon.

 

Kurkuma zorgt ervoor dat smaken worden verbonden zodat er een mooie smaakbalans ontstaat tussen de aanwezige specerijen in gerechten.